Regelmatig geef ik een presentatie of een training aan docenten van een opleiding binnen de HU die gaan werken met leerteams. Ik geef een definitie, leg uit wat het leerteamleren is, op welke theorieën het leerteamleren gebaseerd is, wat je kunt bereiken binnen een leerteam en wat de leerteambegeleider moet doen. Leuke bijeenkomsten met en voor vakdocenten; professionals die er plezier in hebben om hun kennis over te dragen op de nieuwe generatie. Mensen die trots zijn op hun vak, die het fijn vinden om les te geven en die het leuk vinden als studenten met deze nieuwe kennis aan de slag gaan.
En dan kom ik vertellen dat ze als leerteambegeleider gaan coachen en dat een goede coach vragen stelt en niet de antwoorden op voorhand geeft. Dat studenten veel (heel veel) leren door met elkaar aan de slag te gaan, binnen een leerteam.
Dit levert onrust en onzekerheid op en heel veel vragen. De vraag die altijd langskomt is de volgende: “Maar hóe maak ik dan van een groepje studenten een leerteam?”
Om deze vraag te beantwoorden maak ik gebruik van het model
voor teamcoaching van Lingsma (1999). In haar boek ‘Aan de slag met
teamcoaching’ beschrijft ze de
ontwikkelingsniveaus van teams en hoe je als coach kunt helpen om je team op
een volgend niveau te brengen.
De teams en hun fases
Het M1 team zit in de eerste fase (M staat voor maturity). Dit is de fase van
een verzameling individuen. Er is nog geen emotionele binding met elkaar en er
wordt veel verwacht van de begeleider.
Binnen het M2 team worden de onderlinge relaties uitgetest, er worden conflicten aangegaan en er ontstaan subgroepjes.
Het M3 team is hecht. Er is onderling afstemming over de te behalen doelen. Het team leert van elkaar en voelt zich verantwoordelijk.
In de laatste fase, het M4 team, behalen teams zelfstandig resultaten maar staan ze ook open voor invloeden van buitenaf. Ze denken en handelen buiten hun eigen kaders.
Dit zijn de fases waarin een team zit. De leerteamcoach kan
het team helpen zich te ontwikkelen naar een volgende fase. Belangrijk hier bij
is te onthouden dat het ene gedrag het andere oproept. Als de coach problemen
voor de groep blijft oplossen, zullen de deelnemers achterover blijven leunen.
De coach en het team
Een M1 groep is nog los zand, ze hebben nog geen commitment met elkaar. Uitgebreid informeel kennismaken is belangrijk om verbinding te creëren. Ook duidelijkheid geven over de doelen, de procedures en de planning helpt om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. In deze fase worden ook verwachtingen naar elkaar afgesproken. Een handig hulpmiddel is het maken van een gezamenlijk contract met deze afspraken. Een zekere luchtigheid in deze periode is ook fijn: kennismakingsspelletjes, kleine oefeningetjes, een gezamenlijk uitje zorgt voor verbinding met elkaar. De coach kan oefeningen inzetten om een verbinding te maken met studie of met stage. Zo komt het team in een gezamenlijke leermodus.
Waar de leerteamcoach bij een M1 groep nog veel op inhoud zit, kan hij bij een M2 team meer aandacht geven aan de interactie tussen de groepsleden. Een geschikt moment om feedback te leren geven en te ontvangen en dit ook toe te passen. In deze fase zijn de vragen: ‘Hoe gaan we met elkaar om? Wat vinden wij belangrijk in onze manier van werken?” goed om te stellen aan het team. Ook het contract kan opnieuw bekeken worden. ‘Kloppen deze afspraken met hoe we willen dat het gaat?’ Communicatie en interactie zijn belangrijk. De coach kan de interactiepatronen zichtbaar maken of de metacommunicatie benoemen.
Als een team eenmaal in de M3 fase zit, dan kan de coach eindelijk ‘op zijn handen gaan zitten’. Het team neemt zelf verantwoordelijkheid voor de inhoud, de procedures en het proces. De coach kan het team wel helpen om meer buiten de kaders te gaan denken en opmerkingen te blijven maken over het proces.
Een M4 team heeft eigenlijk geen coach meer nodig, ze coachen zichzelf en elkaar.
Coachen van een studentenleerteam
Coachen wordt vaak gezien als ‘op je handen zitten’ en de groep het werk laten doen. Bovenstaande interventies laten zien dat dat gedeelte pas in de derde fase aan bod komt. Voor die tijd is de leerteamcoach afwisselend docent, entertainer, facilitator en procesbegeleider. De truc of de kunst is om op tijd in te zien wanneer je welke rol op je neemt. Blijf je ook bewust van het effect van jouw rol op de leerteamleden, zij reageren op wat jij doet. In het begin van de vorming van leerteams is het belangrijk om ruim de tijd te besteden aan de begeleiding. In een latere fase kan een leerteam prima onbegeleid aan de slag.
In de eerste fases moet jij ook aan de slag. Zo wordt een leerteam een fijne en veilige plek voor studenten om met en van elkaar te leren!
Meer lezen?
Lingsma, M. (2005, 5e herziene druk) Aan de slag
met teamcoaching. Uitgeverij Nelissen: Soest.
Lingsma, M., Bolung, M. & Brabander de, R. (2005, 3e herziene
druk) Werkboek teamcoaching en nu echt aan de slag. Uitgeverij Nelissen: Soest
Ook docenten hebben baat bij een leerteam. Hierover meer in een volgend blog.
Wil je meer weten over leerteamleren? Mail dan naar maartje@maartjetraint.nl of maartje.terhorstvandelden@hu.nl